, [], Whether anyone in this life can see the essence of God?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10][Van] mond tot mond spreek Ik met hem, en [11][door] aanzien, en niet door duistere woorden; en de gelijkenis des HEEREN aanschouwt hij; waarom dan hebt gijlieden niet gevreesd tegen Mijn knecht, tegen Mozes, te spreken? 10. Dat is, in tegenwoordigheid, gemeenzaam, zonder tussenspraak, zeer klaarlijk, met uitgedrukte stem; vergelijk Jer.32:4; 2 Joh.:12. In gelijken zin wordt gezegd: aangezicht aan aangezicht met iemand spreken. Zie Ex.33:11, en Deut.5:4, en de aantekeningen. 11. Te weten, niet door het aanzien van het goddelijke wezen, [hetwelk onzienlijk is, Ex.33:20,23; Joh.1:18, en 1 Tim.6:16], maar enig bijzonder teken van zijn heerlijkheid. En hoewel Hij zich ook den anderen profeten op verscheidene wijzen vertoond heeft, zo zijn nochtans die, in welke Hij aan Mozes verscheen, klaarder geweest dan de andere; ten welken aanzien Mozes boven de andere profeten hier verheven wordt. Vergelijk Ex.33:11,20,22,23, en Deut.34:10. Andersn aldus: En [bij] aangezicht, en niet door duistere woorden of gelijkenis des Heeren ziet hij.